De waarneming van de werkelijkheid

De werkelijkheid is niet wat we waarnemen 

Iedereen heeft zijn eigen unieke perceptie van de werkelijkheid. De werkelijkheid wordt gefilterd door ons ego en is voor iedereen uniek en anders. Het hangt af van de genen die we hebben meegekregen en de omgeving waarin we zijn opgegroeid. De cultuur, de omstandigheden, onze familie, school, werk, enz. Dit betekent ook dat de werkelijkheid dus anders is dan hoe we die waarnemen. Je kunt de werkelijkheid veranderen door jezelf te veranderen. Dit inzicht alleen al verandert onze werkelijkheid enorm. 

Het Ego

Ons ego drijft ons, want het ego is de essentie van wat we zijn: een verlangen om te ontvangen. Het is door het ego dat we actie ondernemen, dat we iets willen en dat we er achteraan gaan om het te krijgen. We willen altijd iets beters dan wat we nu hebben. Dit geldt zowel voor ons als individuen als voor de mensheid zelf. Nadat het verlangen is vervuld, ontstaat er een nieuw en groter verlangen en op deze manier groeit ons ego. Je kunt deze ontwikkeling ook zien in de mensheid door de eeuwen heen. 

Verlangen groeit  

Je vraagt je misschien af wat het doel is van dit steeds groeiende ego. Ik kan je vertellen dat het uiteindelijke doel is om volledig vervuld te worden. Wij als mensheid zijn op een punt in onze evolutie waar we merken dat meer materiële dingen ons die ultieme vervulling niet zullen geven. We merken dat het nooit genoeg is en dat nadat het ene verlangen is vervuld, er een ander verlangen ontstaat. We naderen nu een punt waarop we ons realiseren dat geen enkel materieel ding ons ooit kan vervullen. Het is een tijd waarin we een ander soort verlangen nodig hebben dat een grote verandering in ons teweeg zal brengen.

Bestemming

We beginnen ons af te vragen wat vervulling werkelijk betekent. Onszelf vullen met materiële zaken voelt steeds leger aan. Langzaam maar zeker ontdekken we dat geven meer voldoening geeft dan ontvangen. Als we naar de natuur kijken, zien we dat wij mensen anders zijn dan de natuur. De natuur is overvloedig en gevend en wij zijn bijna alleen maar bezig met hoe we meer voor onszelf kunnen krijgen. Natuurlijk geven we ook aan anderen en we ontdekken steeds meer dat dit veel meer voldoening geeft. We komen in de tweede fase van de ontwikkeling van ons ego. In plaats van alleen voor onszelf te ontvangen, beginnen we na te denken over teruggeven aan de natuur.

We zoeken naar antwoorden totdat het antwoord ons vindt.

Het is als het ontwaken van een klein punt in ons hart. Uit al het verlangen voor onszelf ontstaat een punt van verlangen om te geven. Dit is het begin van een grote verandering in ons. We kunnen pas echt gelukkig zijn als we aan anderen geven. Dit klinkt heel vanzelfsprekend, maar het is veel moeilijker dan je denkt. Want we worden geboren met een verlangen om te ontvangen, dat is onze natuur. Dus we moeten tegen onze natuur ingaan en daar is het ego niet blij mee. We gaan door een proces van altijd boven ons ego uitstijgen. Maar zoals alle moeilijke dingen, is het de moeite waard!

De wijsheid van ontvangen

In een notendop

Twee krachten; geven en ontvangen

De wijsheid van het ontvangen legt uit dat er twee krachten zijn, de kracht om te geven (liefde) die het geschapen wezen heeft geschapen en de kracht om te ontvangen, het tegenovergestelde, het geschapen wezen zelf. Zij zijn als een beker en de vulling, vrouwelijk en mannelijk. Wij, de mensheid, zijn de beker, die gevuld moet worden en dit verlangen doet ons allerlei dingen doen om het lege gevoel binnenin te vullen. Dit verlangen is onze motor. De enige reden waarom wij leegte en duisternis in ons leven voelen, is omdat wij verward zijn en denken dat wij de leegte kunnen vullen met materiële dingen, maar deze vulling is altijd tijdelijk. Deze beker kan alleen gevuld worden met het licht van de liefde, want niets kan de liefde zelf vervangen.

De kloof tussen geven en ontvangen overbruggen

Dus omdat we volledig tegenovergesteld zijn aan de kracht van liefde, moeten we de kloof tussen ontvangen en geven overbruggen. Want op het moment dat we liefde worden, zijn we als de kracht van het geven en zullen we ons weer heel voelen. Dit betekent dat geen enkel ding en geen enkele andere persoon ons kan vervullen, alleen de liefde zelf. Dus alleen als we liefde kunnen geven, van anderen kunnen houden, van ons leven en alles daarin, hoe slecht het ook lijkt, kunnen we ons weer heel voelen. Als we de duisternis kunnen aanvaarden en instemmen met alles in deze wereld, dan en alleen dan, als er niets meer is waar ik niet van houd, dan is de beker gevuld.

Het ontdekken van onze egoïstische aard is de sleutel tot het corrigeren ervan

Makkelijker gezegd dan gedaan, maar het bereiken van echt geven is het het moeilijkste wat er is, want wij zijn van nature het verlangen om te ontvangen. We moeten er alles aan doen om te slagen. En we zullen slagen, dat is ons lot. Maar we kunnen de weg naar vervulling versnellen. Dat kunnen we doen door bewust te proberen onze egoïstische verlangens te “corrigeren” naar geven. Door het te proberen zullen we ons ervan bewust worden dat we tegengesteld zijn aan liefde en geven en precies dat zal ons een verlangen naar verandering geven. Dan zullen we het juiste verlangen hebben om te ontvangen. Het verlangen om onze aard te veranderen in geven en liefde en dat is alles wat we nodig hebben. Een intentie om te geven.

We hoeven het niet alleen te doen

Dit pad zal tijd kosten, want we kunnen niet ons hele egoïsme in één keer corrigeren, we kunnen slechts één stukje tegelijk doen. Daarom zullen we telkens weer zien dat we nog wat egoïsme over hebben en kunnen we nog niet stoppen met onszelf te verbeteren. Maar elk klein beetje telt en wordt een groot verlangen dat uiteindelijk compleet zal zijn. En het belangrijkste is dat we het niet alleen hoeven te doen, we doen het samen. We kunnen de hele wereld niet in ons eentje corrigeren en dat hoeft ook niet. Steeds meer mensen zullen zich ervan bewust worden dat vervulling niet voortkomt uit materiële zaken en dat zal hen naar het spirituele pad leiden. Eerst vanuit het verlangen om zichzelf te vervullen en gaandeweg, door steeds meer te begrijpen, een verlangen te krijgen om anderen te vervullen, een verlangen om te geven.

Het einde van de correctie

Stel je de wereld voor waarin we leven wanneer iedereen anderen wil gaan vervullen. Dit zal onvermijdelijk leiden tot het einde van de correctie, de volledige correctie en vervulling. En als we dit het het belangrijkste in ons leven maken, zullen we allemaal versnellen op het pad.

De man die altijd moe was

Een sprookje

Er was eens, lang geleden in een land hier ver vandaan, een land met bergen en bossen, een man die altijd moe was. De man was houthakker en hij werkte heel hard en maakte lange dagen, dus het was ook niet zo gek dat de man altijd moe was. 

In het dal lag een klein dorpje en de dorpelingen hielden elke avond een feestmaaltijd. Het land was vruchtbaar en de boeren hadden allerlei heerlijkheden en er was een kok die kookte en een bakker die bakte en iedereen had een taak. Samen deelden zij het voedsel en na het eten werd er vrolijk gezongen en iedereen genoot van het samenzijn.

Maar de houthakker was er nooit ook al hakte hij al het hout voor de keuken en het kampvuur voor iedereen. Hij was gewoonweg te moe. Het lukte hem nooit om naar het dorp te lopen. Hij maakte elke avond voor zichzelf iets te eten en ging dan naar bed. Elke dag nam hij zich voor om naar het dorp te gaan om samen met de anderen te zijn, maar elke keer als hij thuis kwam was hij zo moe en viel dan altijd als een blok in slaap.

De wake-up call

Tot op een keer de man net het vuur had aangemaakt om soep te maken hij zijn ogen niet meer open kon houden en dacht, ik doe even een dutje tot de soep klaar is. Hij ging liggen en viel direct in slaap. Totdat de man wakker schrok van de rook die in zijn neus kroop en hij zag tot zijn ontzetting dat zijn huisje in brand stond. 

Hij was in één klap klaarwakker en rende naar buiten richting waterpomp. Mannen kwamen hem al tegemoet met emmers water. De houthakker had geen tijd om na te denken en vormde samen met de anderen een rij en de emmers water werden van de pomp één voor één doorgegeven naar voren en de man gooide het water zijn brandende huis in.

Een uur later was het vuur gedoofd, maar er was niet veel over van het huisje. De mannen namen de houthakker mee naar het dorp waar de maaltijd nog in volle gang was. De man was nog nooit zo gelukkig. Eindelijk was het hem gelukt om erbij te zijn. De brand had hem klaarwakker gemaakt en hij begreep dat het samenzijn net zo belangrijk voor hem moest zijn als het redden van zijn leven van het vuur.

Onzichtbaar verbonden

Het leven evolueert in twee richtingen, die zowel tegengesteld als parallel zijn; samenwerking en zelfvervulling. In de hele werkelijkheid is zelfvervulling alleen mogelijk door samenwerking met anderen. In mineralen bijvoorbeeld werken verschillende atomen samen om de moleculen van dat mineraal te vormen. Als een van de atomen zich zou afscheiden, zou het mineraal uit elkaar vallen. Op een hoger niveau van complexiteit in planten en dieren, inclusief de mens, is er een kalibratie van verschillende moleculen, cellen en organen, die zich verenigen om een afzonderlijk wezen te creëren. En ook hier geldt dat als ook maar één van de moleculen in de cellen van dat wezen zou ontbreken, het ziek zou worden of zelfs zou sterven.

Onwetendheid

Hoewel wij deze natuurwet reeds lang kennen, gedragen wij ons alsof wij geen deel uitmaken van het ecosysteem dat planeet Aarde heet. Erger nog, onder elkaar menen wij dat de ene samenleving superieur kan zijn aan de andere. Toch toont de natuur duidelijk aan dat niets overbodig is en dat geen enkel deel van een element in de natuur superieur is aan een ander. Waarom denken wij dan dat wij een voorrecht hebben dat geen enkel ander deel van de natuur heeft om andere mensen en soorten te betuttelen en te onderdrukken? Waar komt deze arrogantie vandaan, als het niet uit onwetendheid is?

Omdat wij onwetend zijn van het verlangen om te geven, dat ons onze kracht en wijsheid geeft, relateren wij ze aan onszelf. Als we ons ervan bewust waren dat ook wij een product zijn van de twee verlangens die het leven vormen, zouden we weten hoe we in deze wereld kunnen gedijen, samen met de hele natuur. Stel je voor dat we allemaal wisten dat we verenigd waren met alle andere mensen, dat we gesteund werden door alle andere mensen op de wereld, en dat het enige wat zij wilden was dat we ons potentieel maximaal zouden verwezenlijken. Hoe prachtig zou het leven zijn als ieder mens al zijn of haar talenten zou bijdragen aan de samenleving, en in ruil daarvoor de steun en waardering van de samenleving zou ontvangen. 

Een kans om naar verbinding toe te bewegen.

Verbinding kan alleen tot stand komen wanneer alle betrokken partijen verbinding willen. En als ze het erover eens zijn dat ze zich willen verbinden, moeten ze doen wat er gedaan moet worden om zich te verbinden.

De eerste stap, willen verbinden, is eigenlijk de moeilijkste. Het vereist dat we bekijken waar we staan, dat we ons realiseren hoezeer we van elkaar losgekoppeld zijn. We moeten niet langer anderen de schuld geven van onze ellende, maar toegeven dat we zelf niet bijdragen aan het verbeteren van de situatie. Als iedereen aan dit proces deelneemt, zal dit de zaken al ten goede veranderen. Het zal ons echter tot de conclusie brengen dat we eigenlijk helemaal geen verbinding willen en dat zal ons een gevoel van hulpeloosheid geven.

Toch is ons gevoel van hulpeloosheid precies wat we nodig hebben. Dit is het begin van de volgende stap, om alles te doen wat nodig is om te verbinden. Het mooie van dit proces is dat op dat moment van crisis, wanneer we het gevoel hebben dat we niets doen om ons te verbinden en we er ook niets aan kunnen doen, blijkt dat dit alles is wat nodig is; willen dat er verbinding komt en beseffen dat we het niet kunnen laten gebeuren. Als we het allemaal, of in ieder geval genoeg van ons, heel graag willen, zal het schijnbaar vanzelf gebeuren. Onze harten zullen zich voor elkaar openen en er zal een nieuw gevoel binnenkomen.

Van vijanden naar geliefden

Wij denken dat wij de werkelijkheid bepalen door daden, maar in werkelijkheid bepalen wij haar door onze verlangens. Wanneer wij anderen kwaad willen doen, scheppen wij een verschrikkelijke wereld en wanneer wij anderen vreugde willen brengen, brengen wij een mooie wereld voort. Wanneer wij haten maar willen liefhebben, veranderen wij onszelf van vijanden in minnaars, en de wereld om ons heen verandert met ons mee.

Onze invloed op de klimaatcrisis

Nu de klimaatcrisis escaleert en extreem weer steeds vaker voorkomt, vragen deskundigen zich serieus af hoe dicht we bij het “point of no return” zijn. Maar de vraag die wij ons moeten stellen is niet of de aarde verdoemd is en wij daarmee verdoemd zijn, maar eerder waarom wij hier überhaupt zijn. 

De mens werd de heerser van de planeet

Het universum waarin we leven bestaat al zo’n veertien miljard jaar. De aarde bestaat ongeveer 4,5 miljard jaar, en het leven op aarde begon een paar honderd miljoen jaar nadat de aarde was gevormd. Wij zijn geëvolueerd van atomen tot moleculen, van moleculen tot eencelligen, en van eencelligen tot de ontelbare levensvormen op aarde in het water, op het land en in de lucht. Uiteindelijk, in de laatste paar honderdduizend jaar, is de mensheid ontstaan. 

Geleidelijk aan zijn wij de heersers van de planeet geworden, exploiteren wij de bodem, flora en fauna, vervuilen wij de lucht, de bodem en het water, en putten wij de hulpbronnen van de aarde zo snel als wij kunnen uit om macht en rijkdom te vergaren. Is dit waarom we hier zijn, om al dit kwaad te doen? Misschien, als we het antwoord wisten, zouden we niet de onvoorstelbare schade aanrichten die we elke seconde aan de planeet toebrengen. 

Waarom zijn we hier?

De vraag naar ons doel om hier te zijn is daarom de hamvraag die we moeten beantwoorden. Als we het antwoord daarop weten, zullen we al onze problemen oplossen en de planeet redden. Zodra we onze sociale omgeving vriendelijk en zorgzaam maken, zal onze natuur vriendelijk en zorgzaam worden. Als we eenmaal vriendelijk en zorgzaam zijn, zullen we stoppen met uitbuiten. Zodra we stoppen met uitbuiten, zullen we ophouden elkaar, andere levende wezens en de planeet als geheel te misbruiken. 

Het blijkt dat om onszelf en onze planeet te redden, onze enige focus zou moeten liggen op het veranderen van onze sociale omgeving van vijandig naar vriendelijk, van misbruik naar behulpzaam. Al het andere zal dan snel volgen. Alleen als we aan elkaar gaan denken, zullen we ophouden aan onszelf te denken, en alleen als we ophouden aan onszelf te denken, zullen we de wereld om ons heen gaan waarnemen zoals die werkelijk is. Daarom is de enige vraag die we moeten stellen om ons leven, het welzijn van de planeet, en zelfs ons geluk veilig te stellen: “Waarom zijn we hier?”

Volg mij ook op Quora

Deze wereld is slechts een replica van de spirituele wereld

We zijn vergeten, of hebben nooit geweten, dat deze wereld slechts een replica is van de spirituele wereld, we nemen de wereld waar als een ‘afdruk’ van de spirituele wereld.

Het doel van het leven is om vervuld te worden en ons goed te voelen, wat bereikt kan worden door gelijk te worden aan de gevende kracht van de natuur. Het enige wat nodig is om dit te bereiken is de correctie van ons hart.

Ons hart bestaat één en al uit verlangen en neigt naar een ontvangen voor zichzelf. Als we het corrigeren naar een verlangen om aan anderen te geven, kunnen we echt vervuld raken. Want ontvangen voor onszelf zal nooit vervulling geven.

Correctie van het ego in kleine stappen

We kunnen ons hart niet onmiddellijk corrigeren van de intentie om voor mijzelf te ontvangen naar de intentie om te geven aan anderen. Dit corrigeren gaat in gradaties. Deze gradaties zijn weer onder te verdelen in kleinere stappen, waar je begint met het ‘ontwijken’ van anderen kwaad te doen.

Dit klinkt vanzelfsprekend, maar als je hiermee gaat werken zul je ontdekken dat het ego koste wat het kost dingen te pakken wil krijgen, zelfs als het daarmee anderen of de wereld schaadt. Dit koppige ego zal van alles proberen om onder deze correctie uit te komen.

Nu is het niet de bedoeling dat we het ego uit de weg gaan. Het leidt ons juist naar herkenning van dit onbewuste gedrag. Elke keer wordt een nieuw stukje ego onthuld. Door onder ogen te zien hoe het ego werkt, kunnen we iedere keer kiezen voor een meer liefdevolle verbinding met anderen en de wereld en het op deze manier stap voor stap corrigeren.

Kom je ook samen eten?

Hoezo, alléén eten?

Meld je aan

Heb jij ook behoefte aan een ander geluid? Een goed gesprek, een lach, een gezellig samenzijn. Voel je je geïsoleerd, verveeld en ben je het zat om alleen te eten? De 1,5  meter samenleving hoeft geen eenzaamheid te betekenen.

Terwijl de restaurants gesloten zijn, is onze Open Diner er voor jou. Aan onze virtuele tafel delen we vragen, ervaringen en zoeken we naar antwoorden. Gewoon, gezellig tijdens het eten.

Open Diner is een virtuele ruimte waar mensen zoals jij en ik samen kunnen komen voor een maaltijd met (live) muziek, een toast en een warm gesprek, terwijl we veilig thuis blijven. 

Laten we eerlijk zijn! We zijn sociale wezens, en we verlangen naar verbinding. De grootste bedreiging is niet Corona, maar eenzaamheid! Nu is het tijd om een stap terug te doen uit onze dagelijkse routine en na te denken over het leven en onze toekomst samen. Dat is waar dit initiatief over gaat.

We hebben het gevoel dat we door het delen van ideeën rond onze virtuele tafel tot een visie op een betere toekomst kunnen komen. En door vreugde en verbondenheid te delen, kunnen we sneller uit deze pandemie komen, op weg naar een nieuwe, betere wereld.

Dus pak een bord, schenk een drankje in en schuif bij ons aan! 

We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Ga met ons mee! 

Meld je aan via bit.ly/open-diner

Perceptie van de realiteit

Wat is realiteit, wat is werkelijkheid? Wat is een persoon, een mens? Onze waarneming van onze realiteit veroorzaakt verborgenheid voor ons. Een persoon is als een gesloten doos met vijf openingen, onze vijf zintuigen. Rondom die persoon, die doos, is een volledige realiteit, ook spirituele realiteit genoemd. Vanuit deze realiteit komen dingen naar ons toe. Door de vijf zintuigen bepalen we wat dat ding is, met andere woorden waar de realiteit uit bestaat volgens mijn zintuigen.

Dus dit object buiten de doos komt naar ons toe en dan gebeurt er iets vreemds. Het gaat niet echt de doos binnen. De doos is een gesloten systeem en voordat het object bij ons binnen kan komen, raakt het een barrière, een soort transmitter, zoiets als het trommelvlies of netvlies of een zenuw van het huidoppervlak, of een smaakpapil. Het object wordt gereduceerd en gaat door een programma heen en het wordt door ons geïnterpreteerd tot iets dat we kunnen begrijpen volgens bepaalde principes in het programma. Als het eenmaal door dit programma heen is gegaan, verlaat het de doos, deze machine, en dit produceert onze realiteit.

Het maakt niet uit hoe gevoelig deze sensor is. Het kan een oog zijn of een ruimtetelescoop, of je kunt volledig bijziend zijn, het maakt niet uit. Waar het om gaat is de programmering. Wat gebeurd er in het programma, dit subjectieve systeem. Het kan alleen zijn wat het systeem zegt dat het is. Niet wat het werkelijk is, maar een vermindering die door het programma kan worden begrepen. 

Als resultaat van het egoïsme zit ik gevangen in de vijf zintuigen

Waarom is dit programma beperkt? Het is de objectieve realiteit en het beperkte deel wat wij ervan kunnen waarnemen. Dit programma wordt egoïsme genoemd. “Wat zit er in voor mij?”, “Hoe gaat dit mij beïnvloeden?” Als gevolg van dit egoïsme zit ik er in opgesloten. De persoon zit opgesloten in een subjectieve kijk op al deze dingen. Alleen in relatie tot hoe het voelt binnenin de doos. We hebben dus een probleem, want elk van onze vijf zintuigen werken met precies hetzelfde programma. 

Dus om te weten wat ons omringt, wat de grote realiteit is, moeten we een extra zintuig ontwikkelen. Een zintuig dat daadwerkelijk contact kan maken met wat er buiten de (zintuigen) bestaat. Omdat te doen, moet je er wel behoefte aan hebben. Het is niet mogelijk om buiten de doos te werken, om buiten die doos iets te bouwen, zolang we tevreden zijn met wat we hebben. Er is een motiverende kracht in ons die ons in staat stelt om tot het punt te komen waar we uit de doos moeten komen. 

We begrijpen dat we ‘een wil om te ontvangen’ zijn, dat we gebouwd zijn als egoïsten en we moeten ook begrijpen dat dit okay is. We hebben het ego nodig om vervulling te bereiken, er is niets mis mee. We moeten alleen leren hoe we het moeten gebruiken, hoe we het moeten hanteren en hoe we het kunnen benutten voor dit (spirituele) doel. 

De kracht van het verlangen naar iets beters, is wat alles motiveert in deze wereld

Wat beweegt de dingen in de werkelijkheid? Wat laat de dingen gebeuren? Niemand doet iets in deze wereld zonder er beter van te worden. Misschien verplaats je je in je stoel, dwaalt je blik af, misschien heb je iets te drinken gepakt. Elke beweging waar je bij betrokken bent, gebeurt alleen als gevolg van een berekening: dat je je ongemakkelijk voelt waar je bent en dat er een behoefte in je is ontstaan. En je hebt je verplaatst naar een nieuwe positie of een nieuwe situatie waarvan je denkt dat die je beter zal laten voelen. 

Dit gebrek en de vervulling ervan, de kracht van het  verlangen naar iets beters, is wat alles in de werkelijkheid motiveert. En dankzij dit verlangen zal dit uiteindelijk een persoon uit de lichamelijke wereld halen, uit de perceptie van de fysieke wereld. De beperkingen die we ervaren en het leed dat daarmee gepaard gaat zullen we verlaten. Als we ons verlangen goed leren te gebruiken, kunnen we voorbij de barrière de spirituele wereld binnen gaan. 

Het verlangen om te ontvangen evolueert in ieder van ons en in ons als mensheid. We voelen verlangens en we voelen hoe ze veranderen. Het begint met een verlangen naar seks, voedsel en onderdak. Als onze inspanningen, ons werk, het hele doel van ons leven heeft te maken met het vinden en krijgen van deze dingen, net zoals dieren. Als we dit eenmaal vervuld hebben, realiseren we ons dat het leven over veel meer gaat dan dat en kunnen we er niet langer tevreden mee zijn. Er verschijnt een tweede categorie aan verlangens.

Deze verlangens – één, twee, drie, vier – hebben allemaal te maken met de fysieke wereld

Dit is een verlangen naar rijkdom. Rijkdom is een aanvulling op de eerste categorie, zodat ik me er nooit meer zorgen over hoef te maken. En als we dit verlangen naar rijkdom eenmaal hebben vervuld, komen we tot het gevoel “is dit alles wat er is?” Dan groeit er iets anders in ons. Het is niet dat alleen het verlangen groeit, het is een verlangen dat het eerdere verlangen omvat. Nu ontstaat een verlangen naar macht. Dit is op individueel niveau, maar ook de hele mensheid overkomen in de geschiedenis. Het hele bereik van de geschiedenis is de evolutie van deze verlangens geweest. 

Macht is het vermogen om zowel de eerste als de tweede categorie aan verlangens te controleren. En ook dit verlangen is op gegeven moment niet meer genoeg en dan ontstaat er een verlangen naar kennis. Kennis is in wezen de barrière van wat we definiëren als de fysieke wereld. Deze verlangens – een, twee, drie, vier – hebben allemaal te maken met wat we als plezier ervaren. Dat wil zeggen, waar we mee gevuld zijn en wat we willen, wat ons tevreden stelt. Welnu, kennis is wetenschap, het is religie, het is kunst, het is het toppunt van wat we beschouwen als iets wat de mensheid mogelijkerwijs zou kunnen bereiken. 

Toch ontdekt iedereen die zich serieus verdiept in dit zeer grote verlangen en probeert het te vervullen, uiteindelijk dat dit ook leeg is, dat er in de wetenschap geen antwoorden zijn voor de werkelijke oorzaken van de dingen. Dus, omdat er geen zinvolle antwoorden zijn, zijn er alleen mechanische antwoorden. En die antwoorden hebben alleen te maken met deze verlangens. Religie geeft ons wel overtuigingen, maar kan ons geen toegang geven tot wat we echt willen: een directe kennis. 

Een niewu (spiritueel) verlangen verschijnt in ons hart

Dus als een mens eenmaal leeg raakt als gevolg van het feit dat hij dit heeft vervuld, gebeurt er iets heel anders, iets heel bijzonders, er ontstaat een nieuw verlangen. Maar, dit verlangen is geen verlangen vanuit deze wereld. Het is een verlangen dat in ons hart is geplaatst en dat de som is van alle verlangens die we hebben, zowel voor deze wereld als voor wat daarbuiten ligt. 

Dit verlangen wordt in ons geplaatst vanuit een heel ander ontwikkelingsniveau, vanuit de grotere werkelijkheid. En wat in ons hart verschijnt, is een “punt in het hart”. Dit punt is een deel van de grotere werkelijkheid. Het heeft een aspect van spiritualiteit, als dit verlangen in vervulling gaat, groeit het voortdurend totdat het onze hele ervaring, ons hele bestaan, vult en ons in de spirituele wereld kan brengen. 

Wat is een hogere realiteit? We zijn in precies het tegenovergestelde stadium geschapen dan de kwaliteit die in de hogere werelden bestaat. Daarom kunnen we niet waarnemen wat er is. Het lijkt of er helemaal niets is. De mens bestaat uit een verlangen om te ontvangen. Dat is wat er in de doos zit. En deze wil om te ontvangen, maakt dat we een beperkt bestaan ervaren, maakt dat we lijden, isolement ervaren en alle dingen die we moeilijk vinden in het leven.

In de spirituele wereld is geen tijd en ruimte en daarom is daar niets mechanisch

Wat daarbuiten bestaat is een objectieve realiteit. Dit is de wil om te geven, een onvoorwaardelijk altruïsme. Met andere woorden, de ervaring hier is onbegrensd, onbegrensd bestaan, onbegrensde vreugde. We kunnen dit niet voelen, omdat we geen middelen hebben om daar te komen, we hebben alleen onze vijf zintuigen. Of wel? 

In de spirituele wereld bestaat geen tijd en ruimte en daarom is daar niets mechanisch. De spirituele wereld bestaat alleen uit gevoelsstaten, uit invloedssferen, die te maken hebben met bepaalde eigenschappen, innerlijke kwaliteiten. Alle beweging in spiritualiteit bestaat uit gelijkheid of ongelijkheid tussen twee gevoelsstaten of twee kwaliteiten.

We kunnen dit bijvoorbeeld zien in vriendschap. Als mijn vriend plezier beleeft aan komedie en ik niet om komedie geef, ik ben gewoon een serieus persoon, dan is het niet erg waarschijnlijk dat we zeer goede vrienden zullen zijn. Als ik komedie haat, dan is het duidelijk dat er afstand tussen ons bestaat. Maar als ik van komedie houd en ik houd van dezelfde komieken, dezelfde films als hij, dan zijn mijn vriend en ik, in het opzicht van de liefde voor komedie, dicht bij elkaar in dat gevoel.

Er bestaan maar twee dingen, de kwaliteit van geven en de kwALITEIT VAN ONTVANGEN

Met andere woorden, in spiritualiteit, als twee attributen, twee gevoelens, gelijk zijn, worden ze beschouwd als dichtbij, als ze verschillend zijn, worden ze beschouwd als verafgelegen. Maar het mooie is dat wat ons daadwerkelijk kan bewegen van het fysieke naar het spirituele, is als ze precies dezelfde kwaliteit, doel en intentie hebben, dan zijn ze hetzelfde, dan zijn ze verbonden.

En het is deze wet, de wet van gelijkvormigheid, die ons uit onze egoïstische staat van afscheiding kan halen, zodat wij in staat zijn om een extra zintuig te bouwen dat kan voelen wat buiten ons is. Wat we kunnen doen, is in ons een soortgelijke frequentie, een soortgelijke kwaliteit te bouwen die dezelfde kwaliteit heeft als deze altruïstische kwaliteit van geven. 

Eigenlijk bestaan er maar twee dingen, de eigenschap van geven en de eigenschap van ontvangen. Dit is alles wat er bestaat. En om uit de doos te komen, moeten wij ons verplaatsen naar de spirituele ruimte. Dit betekent dat deze eigenschap, de wil om te ontvangen, stapje voor stapje te veranderen naar de eigenschap van geven, om steeds meer gelijkvormig te worden aan de altruïstische, gevende natuur. 

ER IS EEN LADDER NAAR DE STAAT VAN LIEFDE

Het is als een ladder, waarbij elke trede van de ladder de staten weergeven als toenemende hoeveelheden van de wil om te geven boven de wil om te ontvangen uit. Door de toename in gelijkvormigheid met de gevende natuur, zullen we gaan voelen wat geven eigenlijk is, wat het betekent om alles wat bestaat lief te hebben en te ondersteunen en die gelijkvormigheid in mijzelf op te bouwen.