Perceptie van de realiteit

Wat is realiteit, wat is werkelijkheid? Wat is een persoon, een mens? Onze waarneming van onze realiteit veroorzaakt verborgenheid voor ons. Een persoon is als een gesloten doos met vijf openingen, onze vijf zintuigen. Rondom die persoon, die doos, is een volledige realiteit, ook spirituele realiteit genoemd. Vanuit deze realiteit komen dingen naar ons toe. Door de vijf zintuigen bepalen we wat dat ding is, met andere woorden waar de realiteit uit bestaat volgens mijn zintuigen.

Dus dit object buiten de doos komt naar ons toe en dan gebeurt er iets vreemds. Het gaat niet echt de doos binnen. De doos is een gesloten systeem en voordat het object bij ons binnen kan komen, raakt het een barrière, een soort transmitter, zoiets als het trommelvlies of netvlies of een zenuw van het huidoppervlak, of een smaakpapil. Het object wordt gereduceerd en gaat door een programma heen en het wordt door ons geïnterpreteerd tot iets dat we kunnen begrijpen volgens bepaalde principes in het programma. Als het eenmaal door dit programma heen is gegaan, verlaat het de doos, deze machine, en dit produceert onze realiteit.

Het maakt niet uit hoe gevoelig deze sensor is. Het kan een oog zijn of een ruimtetelescoop, of je kunt volledig bijziend zijn, het maakt niet uit. Waar het om gaat is de programmering. Wat gebeurd er in het programma, dit subjectieve systeem. Het kan alleen zijn wat het systeem zegt dat het is. Niet wat het werkelijk is, maar een vermindering die door het programma kan worden begrepen. 

Als resultaat van het egoïsme zit ik gevangen in de vijf zintuigen

Waarom is dit programma beperkt? Het is de objectieve realiteit en het beperkte deel wat wij ervan kunnen waarnemen. Dit programma wordt egoïsme genoemd. “Wat zit er in voor mij?”, “Hoe gaat dit mij beïnvloeden?” Als gevolg van dit egoïsme zit ik er in opgesloten. De persoon zit opgesloten in een subjectieve kijk op al deze dingen. Alleen in relatie tot hoe het voelt binnenin de doos. We hebben dus een probleem, want elk van onze vijf zintuigen werken met precies hetzelfde programma. 

Dus om te weten wat ons omringt, wat de grote realiteit is, moeten we een extra zintuig ontwikkelen. Een zintuig dat daadwerkelijk contact kan maken met wat er buiten de (zintuigen) bestaat. Omdat te doen, moet je er wel behoefte aan hebben. Het is niet mogelijk om buiten de doos te werken, om buiten die doos iets te bouwen, zolang we tevreden zijn met wat we hebben. Er is een motiverende kracht in ons die ons in staat stelt om tot het punt te komen waar we uit de doos moeten komen. 

We begrijpen dat we ‘een wil om te ontvangen’ zijn, dat we gebouwd zijn als egoïsten en we moeten ook begrijpen dat dit okay is. We hebben het ego nodig om vervulling te bereiken, er is niets mis mee. We moeten alleen leren hoe we het moeten gebruiken, hoe we het moeten hanteren en hoe we het kunnen benutten voor dit (spirituele) doel. 

De kracht van het verlangen naar iets beters, is wat alles motiveert in deze wereld

Wat beweegt de dingen in de werkelijkheid? Wat laat de dingen gebeuren? Niemand doet iets in deze wereld zonder er beter van te worden. Misschien verplaats je je in je stoel, dwaalt je blik af, misschien heb je iets te drinken gepakt. Elke beweging waar je bij betrokken bent, gebeurt alleen als gevolg van een berekening: dat je je ongemakkelijk voelt waar je bent en dat er een behoefte in je is ontstaan. En je hebt je verplaatst naar een nieuwe positie of een nieuwe situatie waarvan je denkt dat die je beter zal laten voelen. 

Dit gebrek en de vervulling ervan, de kracht van het  verlangen naar iets beters, is wat alles in de werkelijkheid motiveert. En dankzij dit verlangen zal dit uiteindelijk een persoon uit de lichamelijke wereld halen, uit de perceptie van de fysieke wereld. De beperkingen die we ervaren en het leed dat daarmee gepaard gaat zullen we verlaten. Als we ons verlangen goed leren te gebruiken, kunnen we voorbij de barrière de spirituele wereld binnen gaan. 

Het verlangen om te ontvangen evolueert in ieder van ons en in ons als mensheid. We voelen verlangens en we voelen hoe ze veranderen. Het begint met een verlangen naar seks, voedsel en onderdak. Als onze inspanningen, ons werk, het hele doel van ons leven heeft te maken met het vinden en krijgen van deze dingen, net zoals dieren. Als we dit eenmaal vervuld hebben, realiseren we ons dat het leven over veel meer gaat dan dat en kunnen we er niet langer tevreden mee zijn. Er verschijnt een tweede categorie aan verlangens.

Deze verlangens – één, twee, drie, vier – hebben allemaal te maken met de fysieke wereld

Dit is een verlangen naar rijkdom. Rijkdom is een aanvulling op de eerste categorie, zodat ik me er nooit meer zorgen over hoef te maken. En als we dit verlangen naar rijkdom eenmaal hebben vervuld, komen we tot het gevoel “is dit alles wat er is?” Dan groeit er iets anders in ons. Het is niet dat alleen het verlangen groeit, het is een verlangen dat het eerdere verlangen omvat. Nu ontstaat een verlangen naar macht. Dit is op individueel niveau, maar ook de hele mensheid overkomen in de geschiedenis. Het hele bereik van de geschiedenis is de evolutie van deze verlangens geweest. 

Macht is het vermogen om zowel de eerste als de tweede categorie aan verlangens te controleren. En ook dit verlangen is op gegeven moment niet meer genoeg en dan ontstaat er een verlangen naar kennis. Kennis is in wezen de barrière van wat we definiëren als de fysieke wereld. Deze verlangens – een, twee, drie, vier – hebben allemaal te maken met wat we als plezier ervaren. Dat wil zeggen, waar we mee gevuld zijn en wat we willen, wat ons tevreden stelt. Welnu, kennis is wetenschap, het is religie, het is kunst, het is het toppunt van wat we beschouwen als iets wat de mensheid mogelijkerwijs zou kunnen bereiken. 

Toch ontdekt iedereen die zich serieus verdiept in dit zeer grote verlangen en probeert het te vervullen, uiteindelijk dat dit ook leeg is, dat er in de wetenschap geen antwoorden zijn voor de werkelijke oorzaken van de dingen. Dus, omdat er geen zinvolle antwoorden zijn, zijn er alleen mechanische antwoorden. En die antwoorden hebben alleen te maken met deze verlangens. Religie geeft ons wel overtuigingen, maar kan ons geen toegang geven tot wat we echt willen: een directe kennis. 

Een niewu (spiritueel) verlangen verschijnt in ons hart

Dus als een mens eenmaal leeg raakt als gevolg van het feit dat hij dit heeft vervuld, gebeurt er iets heel anders, iets heel bijzonders, er ontstaat een nieuw verlangen. Maar, dit verlangen is geen verlangen vanuit deze wereld. Het is een verlangen dat in ons hart is geplaatst en dat de som is van alle verlangens die we hebben, zowel voor deze wereld als voor wat daarbuiten ligt. 

Dit verlangen wordt in ons geplaatst vanuit een heel ander ontwikkelingsniveau, vanuit de grotere werkelijkheid. En wat in ons hart verschijnt, is een “punt in het hart”. Dit punt is een deel van de grotere werkelijkheid. Het heeft een aspect van spiritualiteit, als dit verlangen in vervulling gaat, groeit het voortdurend totdat het onze hele ervaring, ons hele bestaan, vult en ons in de spirituele wereld kan brengen. 

Wat is een hogere realiteit? We zijn in precies het tegenovergestelde stadium geschapen dan de kwaliteit die in de hogere werelden bestaat. Daarom kunnen we niet waarnemen wat er is. Het lijkt of er helemaal niets is. De mens bestaat uit een verlangen om te ontvangen. Dat is wat er in de doos zit. En deze wil om te ontvangen, maakt dat we een beperkt bestaan ervaren, maakt dat we lijden, isolement ervaren en alle dingen die we moeilijk vinden in het leven.

In de spirituele wereld is geen tijd en ruimte en daarom is daar niets mechanisch

Wat daarbuiten bestaat is een objectieve realiteit. Dit is de wil om te geven, een onvoorwaardelijk altruïsme. Met andere woorden, de ervaring hier is onbegrensd, onbegrensd bestaan, onbegrensde vreugde. We kunnen dit niet voelen, omdat we geen middelen hebben om daar te komen, we hebben alleen onze vijf zintuigen. Of wel? 

In de spirituele wereld bestaat geen tijd en ruimte en daarom is daar niets mechanisch. De spirituele wereld bestaat alleen uit gevoelsstaten, uit invloedssferen, die te maken hebben met bepaalde eigenschappen, innerlijke kwaliteiten. Alle beweging in spiritualiteit bestaat uit gelijkheid of ongelijkheid tussen twee gevoelsstaten of twee kwaliteiten.

We kunnen dit bijvoorbeeld zien in vriendschap. Als mijn vriend plezier beleeft aan komedie en ik niet om komedie geef, ik ben gewoon een serieus persoon, dan is het niet erg waarschijnlijk dat we zeer goede vrienden zullen zijn. Als ik komedie haat, dan is het duidelijk dat er afstand tussen ons bestaat. Maar als ik van komedie houd en ik houd van dezelfde komieken, dezelfde films als hij, dan zijn mijn vriend en ik, in het opzicht van de liefde voor komedie, dicht bij elkaar in dat gevoel.

Er bestaan maar twee dingen, de kwaliteit van geven en de kwALITEIT VAN ONTVANGEN

Met andere woorden, in spiritualiteit, als twee attributen, twee gevoelens, gelijk zijn, worden ze beschouwd als dichtbij, als ze verschillend zijn, worden ze beschouwd als verafgelegen. Maar het mooie is dat wat ons daadwerkelijk kan bewegen van het fysieke naar het spirituele, is als ze precies dezelfde kwaliteit, doel en intentie hebben, dan zijn ze hetzelfde, dan zijn ze verbonden.

En het is deze wet, de wet van gelijkvormigheid, die ons uit onze egoïstische staat van afscheiding kan halen, zodat wij in staat zijn om een extra zintuig te bouwen dat kan voelen wat buiten ons is. Wat we kunnen doen, is in ons een soortgelijke frequentie, een soortgelijke kwaliteit te bouwen die dezelfde kwaliteit heeft als deze altruïstische kwaliteit van geven. 

Eigenlijk bestaan er maar twee dingen, de eigenschap van geven en de eigenschap van ontvangen. Dit is alles wat er bestaat. En om uit de doos te komen, moeten wij ons verplaatsen naar de spirituele ruimte. Dit betekent dat deze eigenschap, de wil om te ontvangen, stapje voor stapje te veranderen naar de eigenschap van geven, om steeds meer gelijkvormig te worden aan de altruïstische, gevende natuur. 

ER IS EEN LADDER NAAR DE STAAT VAN LIEFDE

Het is als een ladder, waarbij elke trede van de ladder de staten weergeven als toenemende hoeveelheden van de wil om te geven boven de wil om te ontvangen uit. Door de toename in gelijkvormigheid met de gevende natuur, zullen we gaan voelen wat geven eigenlijk is, wat het betekent om alles wat bestaat lief te hebben en te ondersteunen en die gelijkvormigheid in mijzelf op te bouwen.