We hebben alles, maar er is niets meer dat ons nog voldoening geeft. We jagen nog steeds vergankelijke doelen na, waarvan we denken dat ze ons voldoening zullen geven, zoals geld, roem en macht.
het opvullen van de leegheid
We houden ons bezig met de laatste trends en zeggen tegen onszelf ‘Als ik me gedraag zoals iedereen, zal ik me goed voelen’. We kiezen een vaag aangenaam doel en jagen het na in de hoop dat het de leegheid zal opvullen.
het ontwaken van ons hart
We moeten steeds bezig blijven, want anders zal de vraag ‘Waar leef ik eigenlijk voor? Wat gebeurd er met mijn leven?’ zich opdringen. Maar vroeg of laat zal ons hart ontwaken en kunnen we ons niet meer bezig houden met wereldse zaken.
onze kracht is uitgeput
Zolang we onze ogen sluiten om echt te kunnen zien, kunnen we met de massa mee rennen. Maar het heeft onze kracht uitgeput. Terwijl iedereen nog aan het racen is, zijn wij afgehaakt. Het trekt ons niet meer aan, we vinden het zelfs zinloos.
een hoger doel
Onze wil heeft zich zoveel verdiept dat we geen genoegen meer kunnen nemen met wereldse doelen. Op dat moment begint onze queeste naar een hoger doel.