De evolutie van verlangens – Les 2 deel 1

Ik ben een egoïst

De bewering dat de menselijke natuur egoïstisch is, is niet opzienbarend. Maar omdat we allemaal van nature egoïstisch zijn, zijn we er allemaal, zonder enige uitzondering, toe geneigd om misbruik te maken van onze kennis. Dit hoeft niet te betekenen dat we onze kennis gaan gebruiken om een misdrijf te plegen, maar het kan in heel kleine, ogenschijnlijk onbeduidende dingen, tot uiting komen, zoals een promotie op het werk, die je niet hebt verdiend, of door de geliefde van je beste vriend af te pakken.

Het eigenlijke nieuws over egoïsme is niet dat de menselijke natuur egoïstisch is, maar wel dat ik een egoïst ben. De eerste keer dat we met ons eigen egoïsme geconfronteerd worden, is een heel ontnuchterende ervaring. En zoals het met een ontnuchtering gaat, het bezorgt je een gigantische hoofdpijn.

Er is een goede reden dat onze wil om te ontvangen zich voortdurend blijft ontwikkelen en we zullen hier spoedig verder op ingaan. Laten we ons nu eerst focussen op de functie van deze evolutie, in samenhang met de manier waarop wij kennis verwerven.

Evolutie creëert evolutie

Als er een nieuw verlangen verschijnt, schept het nieuwe behoeften. En als we op zoek gaan naar manieren om aan deze behoeften te voldoen, ontwikkelen en verbeteren we ons denken. Met andere woorden: de evolutie van de wil om genot te ontvangen creëert juist evolutie.

Als we de geschiedenis van de mensheid bekijken vanuit het perspectief van de evolutie van verlangens, zien wij hoe uit deze toenemende verlangens ideeën, ontdekkingen en uitvindingen zijn ontstaan. Elke innovatie is in feite een instrument dat ons helpt om de groeiende behoeften en eisen, die door onze verlangens gecreëerd worden, te bevredigen.

Verschillende niveaus van verlangen

Het eerste niveau van verlangen heeft betrekking op fysieke verlangens, zoals voedsel, seks, familie en onderdak. Dit zijn de meest elementaire verlangens, die alle levende wezens gemeenschappelijk hebben.

In tegenstelling tot het eerste niveau van verlangen, zijn alle andere niveaus uniek voor de mens en komen ze voort uit het feit, dat de mens deel uitmaakt van de menselijke samenleving. Het tweede niveau is het verlangen naar welvaart, het derde is het verlangen naar eer, roem en macht en het vierde niveau is het verlangen naar kennis.

Het vervullen van behoeften vraagt inspanning

Gelukkig of ongelukkig zijn, genot of lijden ervaren, is afhankelijk van de mate waarin wij onze behoeften kunnen vervullen. Maar het vervullen van onze behoeften vraagt inspanning. Eigenlijk worden we zo door de behoefte aan genot opgejaagd, dat een mens zelfs niet de kleinste beweging kan verrichten zonder motivatie zonder er op de een of andere manier baat bij te hebben. Als iemand bijvoorbeeld zijn hand van de stoel naar de tafel brengt, doet hij dat, omdat hij denkt dat hij door middel van het plaatsen van zijn hand op de tafel meer genot zal ontvangen. Als hij dit niet zou denken, zou hij zijn hand voor de rest van zijn leven op de stoel laten rusten.

De paradox van het egoïsme

In de vorige les zeiden we, dat het egoïsme een paradox is. Met andere woorden: de intensiteit van het genot is afhankelijk van de intensiteit van het verlangen. Als de vervulling toeneemt, neemt het verlangen in dezelfde mate af. Dus als het verlangen is verdwenen, is ook het genot verdwenen. Hieruit blijkt dat we, als we van iets willen genieten, er niet alleen naar moeten verlangen, maar dat we dat verlangen in stand moeten houden, anders zal het genot verdwijnen.

Bovendien bevindt het genot zich niet in wat wij verlangen, maar in degene die het genot wil ervaren. Als ik bijvoorbeeld gek ben op tonijn, betekent dit niet dat er in de tonijn zelf genot aanwezig is, maar wel dat er in mij genot bestaat in de ‘vorm’ van tonijn.

Tonijn

Als je aan een tonijn zou vragen of hij van zijn eigen vlees geniet, betwijfel ik zeer of het antwoord bevestigend zou zijn. Ik zou heel tactloos aan een tonijn kunnen vragen: “Maar waarom geniet je er zelf niet van? Als ik een hap van jou neem smaakt dat zo goed … en jij hebt zoveel tonijn! Als ik jou was, zou ik zielsgelukkig zijn.”

Natuurlijk weten we allemaal dat dit geen realistische dialoog is en dat dit niet alleen komt omdat een tonijn geen Nederlands spreekt. We voelen instinctief aan dat een tonijn niet van zijn eigen vlees kan genieten, terwijl mensen intens kunnen genieten van de smaak van tonijn.

Verlangen is als een vat dat gevuld wil worden

Waarom kunnen we zo genieten van de smaak van tonijn? Omdat wij er een verlangen naar hebben. Een tonijn kan niet van zijn eigen vlees genieten, omdat hij er geen verlangen naar heeft. Een specifiek verlangen om genot te ontvangen van een specifiek object, kunnen we zien als een vat en het ontvangen van de vervulling is de vulling van dit vat, genot/vervulling. En om vervuld te blijven moet het verlangen blijven groeien.