Plato
Plato zei ooit: “Noodzaak is de moeder van de uitvinding” en hij had gelijk.
De enige manier waarop wij iets kunnen leren, begint met de wens om het te willen leren. De regel is heel eenvoudig. Wanneer wij iets willen, doen we er alles aan om het te krijgen. We maken er tijd voor vrij, steken er energie in en ontwikkelen er de noodzakelijke vaardigheden voor. Hieruit blijkt dat verlangen de motor van verandering is.
De manier waarop onze verlangens zich ontwikkelen, bepaalt zowel de hele geschiedenis van de mensheid als ook de vorm ervan. Naarmate de verlangens van de mensheid zich ontwikkelden, hebben ze de mens ertoe aangespoord om zijn omgeving te bestuderen, zodat de wensen vervuld konden worden. In tegenstelling tot mineralen, planten en dieren, blijft de mens zich voortdurend ontwikkelen. In elke generatie en in ieder mens, worden de verlangens steeds groter.
De ontwikkeling van het verlangen
De stuwkracht van verandering – het verlangen – bestaat uit vijf niveaus, van nul tot en met vier. Ongeveer 5000 jaar geleden bevond de wil om te ontvangen zich op niveau nul. Tegenwoordig bevindt deze zich, zoals je wel zult vermoeden, op het hoogste niveau, niveau vier.
In de beginperiode, toen de wil om te ontvangen zich op niveau nul bevond, was de eenheid met de natuur de gewone manier van leven. Mensen wisten niet anders. Zij wisten niet eens dat zij van de natuur afgescheiden konden raken en dat wilden zij ook niet.
In die dagen vloeide de communicatie van de mensen met de natuur en met elkaar zo naadloos in elkaar over, dat er zelfs geen behoefte was aan woorden. In plaats daarvan communiceerde men via gedachten, wat veel op telepathie lijkt. Het was een tijd van eenheid en de gehele mensheid leek één enkel volk te zijn.
Maar in die tijd vond er in Mesopotamië een verandering plaats: de menselijke verlangens begonnen toe te nemen en werden egoïstischer. Mensen wilden de natuur gaan veranderen en voor zichzelf gaan gebruiken. In plaats van zich aan te passen aan de natuur, wilden ze de natuur veranderen zodat de natuur aan hunbehoeften zou voldoen. Ze raakten afgescheiden van de natuur en van elkaar. Nu, vele eeuwen later, ontdekken we dat dit geen goed idee was. Het werkt eenvoudigweg niet.
De controle willen hebben
Toen mensen zich tegen hun omgeving en de maatschappij begonnen te keren, zagen ze elkaar niet meer als familie en de natuur niet meer als een thuis. Liefde werd vervangen door haat, mensen groeiden uit elkaar en raakten van elkaar afgescheiden. Ten gevolge daarvan raakte dat ene volk van de oude wereld verdeeld.
Eerst ontstond er een verdeling in twee groepen, waarvan de ene naar het oosten trok en de andere naar het westen. Die twee groepen verdeelden zich verder en raakten versplinterd, tenslotte ontstonden daaruit de vele volken zoals wij ze nu kennen.
Sinds deze breuk – toen onze verlangens van niveau nul naar niveau één toegenomen waren – trotseren wij de natuur. In plaats van ons almaar toenemende egoïsme te corrigeren om zo één te blijven met de natuur, hebben we een mechanisch, technologisch schild gebouwd om ons tegen de natuur te beschermen. De oorspronkelijke reden om wetenschap en technologie te ontwikkelen, was dat wij ons veilig wilden stellen. Het blijkt echter – of we ons er nu wel of niet van bewust zijn – dat wij nu proberen om controle uit te oefenen op de natuur en dat wij de controle willen hebben.
Zoeken maar niet vinden
Het niveau van het egoïsme in de mensheid is blijven groeien. Elk niveau verwijdert ons meer van de natuur. We meten deze afstand niet met meters, maar met eigenschappen. De eigenschappen van de natuur zijn heelheid, verbondenheid en geven. Het is namelijk alleen mogelijk om deze eigenschappen te voelen als we deze eigenschappen zelf ook bezitten. Als ik egocentrisch ben is het onmogelijk om me met iets te verbinden dat zo heel en altruïstisch is als de natuur. Het zou net zoiets zijn als de ander proberen te zien, terwijl we met onze rug naar elkaar toe staan.
Omdat we met onze rug naar de natuur toe staan en we de natuur nog steeds willen controleren, is het duidelijk dat wij steeds gefrustreerder raken omdat wij de natuur steeds meer proberen te controleren. Dit verlangen kan nooit vervuld worden, tenzij wij ons 180 graden omkeren.
Onderweg naar echt geluk
Veel mensen zijn de loze beloftes van de technologie, die ons welvaart, gezondheid en vooral een veilige toekomst garandeerden al lang moe geworden. Er zijn te weinig mensen die dit alles nu hebben bereikt en zij weten zelfs niet zeker of het morgen nog stand houdt. Maar het voordeel van deze situatie is, dat wij erdoor gedwongen worden om de richting die wij gaan te heroverwegen en ons afvragen of we misschien het verkeerde pad volgen.
Vooral nu wij de crisis en de impasse waar we in zitten onder ogen zien, kunnen we openlijk toegeven, dat de weg die wij gekozen hebben doodloopt.
In plaats van te kiezen voor compensatie voor onze egoïstische tegengesteldheid aan de natuur in de vorm van technologie, hadden wij ons egoïsme in altruïsme moeten veranderen om zo tot eenheid met de natuur kunnen komen. Om onze tegengesteldheid aan de natuur te beseffen, moeten we de breuk erkennen die 5000 jaar geleden tussen ons mensen is ontstaan. Het is niet gemakkelijk, maar het is de eerste stap naar ware gezondheid en geluk.